Skip to main content
Er is de laatste jaren weer discussie over socialisatie en de relatie met de scheidingsleeftijd van een pup; de leeftijd waarop een pup het nest verlaat. Meestal zal een pup rond 8 weken bij zijn nieuwe eigenaar komen. Toch zijn er fokkers van rassen die hun pups bewust pas later plaatsen. Is er een gewenste leeftijd voor plaatsing?

Wat is de gewenste leeftijd om een pup te plaatsen?

Geschreven door Marieke van der Burgt en Eline Teygeler, gepubliceerd in Onze hond, juli 2020

Wettelijke bepaling om een pup te plaatsen

In Nederland is de leeftijd waarop een pup het nest mag verlaten wettelijk bepaald. Een pup moet minstens 7 weken oud moet zijn wanneer deze van de moeder wordt gescheiden. Eerdere scheiding is strafbaar (!). Pups zijn rond deze leeftijd in staat zelfstandig te bewegen, eten en drinken, ontlasten en plassen. De binding met het nest wordt minder. Op de leeftijd van 7 weken vertonen pups nog steeds een grote mate van toenaderingsgedrag. Naast de terughoudendheid voor nieuwe prikkels die aan het toenemen is. Met deze achtergrond werd gedacht dat een pup het beste rond de 7 weken te plaatsen. Dit omdat ze het snelst een band met de nieuwe eigenaar kunnen opbouwen en goed kunnen wennen aan de nieuwe leefsituatie. Deze denkwijze is vooral gebaseerd op onderzoeken van Scott en Fuller uit de 60-er jaren en heeft weinig oog voor individuele ontwikkeling. De wettelijke minimumleeftijd van 7 weken is niet voor elke pup de optimale leeftijd van scheiding als alle factoren in ogenschouw worden genomen. Wanneer pups vanuit het buitenland naar Nederland komen is de minimale leeftijd 15 weken vanwege geldige rabiës vaccinatie.

Primaire socialisatiefase

Pups doorlopen een aantal fasen tot sociale volwassenheid. Bij een normale ontwikkeling start vanaf ongeveer 3 weken de gevoelige periode van socialisatie. Dit is een belangrijke periode in een hondenleven. In deze tijd kunnen we de basis leggen voor een geestelijk gezond hondenleven in onze gecompliceerde maatschappij. Als de ervaringen positief zijn, dan neemt de pup deze mee voor de rest van zijn leven. Zijn die ervaringen negatief of afwezig, dan zal dat helaas ook zijn sporen nalaten in het gedrag. In deze periode zijn pups vooral nieuwsgierig en ondernemend. De neiging om angstig te reageren op nieuwe prikkels is in het begin onderdrukt. Hierdoor kunnen ze makkelijker kennismaken met allerlei nieuwe situaties. Na ongeveer 5 weken neemt de natuurlijke neiging om dingen te onderzoeken en naderen langzaam af. Tegen de tijd dat een pup ongeveer 12 weken oud is, zal de neiging om een nieuwe prikkel te vermijden groter zijn dan de nieuwsgierigheid. Een pup zal in de eerste weken van zijn leven dus makkelijker wennen aan nieuwe situaties. De ontwikkeling van het zenuwstelsel is in deze eerste periode mede onder invloed van omgevingsprikkels. Het opgroeien in een verrijkte omgeving waarin de pups vanaf begin af aan worden aangeraakt en verschillende dingen meemaken, zorgt voor een betere stressbestendigheid en emotionele stabiliteit in het volwassen leven. Er is dus een grote rol weggelegd voor de fokker. Veel onderzoek richt zich op de gevoelige periode van socialisatie waarbij vooral gekeken wordt naar de ontwikkeling van nieuwsgierigheid naar angst. Naast verkennend gedrag leert een pup ook van spel met soortgenoten en sociale interacties met de moeder. Ook deze sociale contacten zijn belangrijk.

Secundaire socialisatiefase

De primaire socialisatiefase wordt met 12 weken opgevolgd door de secundaire socialisatiefase, ook wel de angstfase genoemd. In het verkennen van nieuwe situaties zal de pup vaker ontwijkend gedrag vertonen. Socialisatie en habituatie (gewenning) eindigt niet na de eerste belangrijke socialisatiefase. Ook in deze gevoelige periode moet de pup alle eerder opgedane ervaringen uit de eerste socialisatiefase opnieuw meemaken. Door deze herhaling wordt voorkomen dat de pup desocialiseert en alsnog angstig gedrag gaat vertonen buiten zijn vertrouwde leefomgeving. Na deze fase doorloopt een pup verschillende stadia tot volwassenheid waarin blootstelling aan sociale prikkels en verschillende situaties belangrijk blijven. De noodzaak hiervan verschilt tevens per ras.

Verschillen in rassen

Hoe lang de socialisatiefasen precies duren, is afhankelijk van de omgeving, maar ook van het ras en individuele verschillen. Over het algemeen ontwikkelen pups van kleine rassen zich sneller dan van grote rassen. In recentere onderzoeken zijn er verschillen tussen rassen gezien in de gevoelige periodes. Niet in alle onderzoeken wordt onderscheid gemaakt tussen de primaire en secundaire socialisatieperiode. Er wordt vooral gekeken naar de fase van socialisatie waarin angst toenaderingsgedrag overstemt en angst dus vaker gaat voorkomen in nieuwe situaties. Er wordt verondersteld dat de socialisatiefase stopt op het moment dat de pup angstiger is. De precieze periode van de socialisatiefases is mede genetisch bepaald. Recent onderzoek toont een groot verschil tussen de Duitse Herder en de Labrador Retriever. De Labrador pups kwamen op leeftijd van ongeveer 72 dagen pas in de angstfase, terwijl dit voor de Duitse Herder pups (internationale werkhondenlijnen) al met 39 dagen was. Ook bij de Yorkshire Terriër en Jack Russel start de angstfase eerder, zo rond de 40 dagen.

Optimale scheidingsleeftijd per individu

Er is geen vaste ideale leeftijd voor elke pup om het nest te verlaten. Deze hangt namelijk af van verschillende factoren. Als eerste is er de wettelijke termijn die aangeeft dat een pup in Nederland niet jonger dan 7 weken weggehaald mag worden. Daarnaast is er sprake van een gevoelige periode waarin pups zich het beste kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden, dit is mede rasgebonden. Hierbij is het ook belangrijk om de opgroeilocatie én situatie waarin de pup terecht komt te vergelijken. Naast de gedragsmatige ontwikkeling is gezondheid, inclusief de weerstand van de pup mede belangrijk in het bepalen van de ideale scheidingsleeftijd voor een individuele pup. In onderstaande voorbeelden wordt alleen met gedragsontwikkeling rekening gehouden.

Voorbeeld 1: Wanneer pup plaatsen?

Boris is een kleine kruising. Hij groeit samen met 3 nestgenoten en zijn moeder op in de woonkamer van een gezin. Zijn nieuwe thuis is een gezin met kinderen van dezelfde leeftijd als de fokker. Zij wonen op een boerderij met verschillende kleine andere dieren, inclusief andere honden.
Advies: Haal Boris rond de 7-8 weken in huis. Boris komt in een soortgelijke situatie te wonen als de fokker, maar daar kan hij niet wennen aan andere dieren. Wanneer Boris op jongere leeftijd wordt geplaatst, kan hij zich goed aanpassen en gesocialiseerd worden met de andere honden en dieren op de boerderij.

Voorbeeld 2: Wanneer pup plaatsen?

Pup Shadow is een Duitse Herder uit werklijnen die opgroeit bij een fokker in Duitsland. Helaas mag deze pup volgens de wet na 15 weken naar Nederland komen. De fokker besteedt aandacht aan de socialisatie, maar de pup ziet geen kinderen. Zijn toekomstige eigenaar heeft een druk gezin met 2 kinderen.
Advies: Bij de fokker heeft de pup veel contact met verschillende volwassenen maar geen contact met kinderen en andere dieren. De angstfase start bij dit ras rond de leeftijd van 40 dagen. Bij de plaatsing op 15 weken zal deze hond dus al geruime tijd in de angstfase zitten en is het aanpassingsvermogen minder bij dit ras. De fokker is actief bezig met de socialisatie, alleen ziet de pup geen kinderen of andere dieren bij de fokker. Het is dus heel belangrijk dat de nieuwe eigenaar met de fokker gaat overleggen of het mogelijk is om de pup positieve ervaringen op te laten doen met kinderen, en hoe sociale contacten met andere dieren en honden blijven verlopen.

Voorbeeld 3: Wanneer pup plaatsen?

Lady is een Labrador Retriever. Ze groeit op in een sociale verrijkte leefomgeving, samen met haar moeder, 2 andere sociale honden en 4 nestgenoten. De fokker socialiseert haar pups actief en neemt de pups ook mee naar andere locaties. Haar toekomstige eigenaren leven in een rustige omgeving en hebben zelf geen kinderen. Ze gaan wel ieder jaar op vakantie en maken dan uitstapjes naar grotere steden.
Advies: De Labrador Retriever komt pas na 72 dagen in de angstfase. In de opgroeilocatie krijgt Lady alle kansen om zich goed te ontwikkelen. De nieuwe eigenaar vindt het belangrijk dat Lady stabiel is tijdens de uitstapjes. In deze situatie is het dus prima om Lady rond de 10 weken bij de eigenaar te plaatsen. Het is wel belangrijk voor de eigenaren om Lady actief te blijven socialiseren en wennen aan verschillende situaties.

Bovenstaande voorbeelden zijn bedoeld om u te laten nadenken over de verschillende factoren die een rol spelen om de optimale scheidingsleeftijd van een pup te kunnen bepalen, dus wanneer kun je een pup het beste plaatsen. De wettelijke 7 weken is voor sommige pups het beste, terwijl latere plaatsing voor andere pups juist beter is.

Er zou nog uitgebreider gekeken kunnen worden naar de rol van de moeder en de effecten van sociale interacties tussen nestgenoten. Een goede socialisatie begint vroeg in het leven van een pup en is de verantwoordelijkheid van fokker en pup-eigenaar.