Skip to main content

Het is ondertussen alweer 10 jaar geleden dat we de eerste keer over de dogma’s in de hondenwereld hadden; overtuigingen over bepaalde onderwerpen die hardnekkig blijven voortbestaan, ondanks dat kennis het tegendeel heeft bewezen. Dominantie bij honden is een mooi voorbeeld van een begrip wat in hondenland een heel ander leven is gaan leiden dan oorspronkelijk bedoeld in de gedragswetenschap. Veel opgeleide professionals hebben dit dogma over dominantie al laten varen, maar de misvattingen over dominantie zijn nog veel besproken in hondenland. Welke misvattingen zijn er nog meer en verdienen nuancering?

Dogma’s in de hondenwereld

Geschreven door Marieke van der Burgt en Eline Teygeler, gepubliceerd in Onze Hond december 2021

‘Hij weet dat hij fout zit, hij kijkt zo schuldig’

We zijn geneigd in bepaalde situaties menselijke eigenschappen en gevoelens toe te kennen aan dieren terwijl daar op dat moment geen sprake van is. In de wetenschap noemt men dit  ‘antropomorfisme’. Stel u komt thuis en de hond heeft zich uitgeleefd in de plantenbak; potgrond en stukken plant liggen verspreid door de woonkamer. U kijkt de hond streng aan en spreekt hem beschuldigend toe. Als reactie neemt de hond een lage houding aan; hij verlaagt zijn lichaam, de staart gaat naar beneden, zijn oren naar achter en hij kijkt u met grote ogen aan of kijkt weg van u. Op dat moment wordt er door veel mensen gedacht dat de hond weet dat hij dat niet mocht doen. Hij kijkt immers, vanuit mensenogen gezien en beoordeeld, verontschuldigend.

Echter, de hond heeft hier niet de link gelegd tussen de boze eigenaar en zijn slopende gedrag, maar de hond reageert direct op de lichaamstaal die de eigenaar aanneemt.  De eigenaar is boos en de hond wil de confrontatie vermijden door een lage houding aan te nemen. De eigenaar interpreteert het gedrag van de hond ten onrechte als ‘schuldig’. Als deze situatie vaker voorkomt – de eigenaar komt thuis en is boos wanneer er rommel ligt- kan de hond al een lage houding laten zien bij binnenkomst van de eigenaar, wat niet betekent dat hij weet dat hij fout zit, maar dat hij kan voorspellen dat de eigenaar boos gaat worden.

‘Hij heeft nu bloed geproefd, dus hij zal blijven bijten’

Een hond bijt niet om bloed te proeven. En als een hond eenmaal gebeten heeft, wil dat niet zeggen dat hij het zal blijven doen. Honden kunnen om verschillende redenen overgaan tot bijtgedrag en deze oorzaken bepalen de kans op herhaling.
Bijten als onderdeel van agressief gedrag heeft vaak een doel. Gedrag dat voor de hond iets oplevert, zal vaker herhaald worden. Een hond kan bijten omdat hij pijn ervaart en niet aangeraakt wil worden.

Bij honden met pijn wordt dreiggedrag vaak overgeslagen omdat ze impulsiever zijn. Wanneer de pijn behandeld wordt is de kans op herhaling minder. Aan de andere kant kan een hond die een kleine soortgenoot als prooi heeft opgejaagd en gebeten het zelfbelonende effect van najagen en prooivangst hebben ervaren, wat maakt dat de kans op herhaling in dit geval groot is. Een ding in dit verhaal is zeker, het gaat de hond NIET om het proeven van bloed.

‘Cursus heeft weinig zin voor mijn type hond’

Alle honden, ongeacht ras of leeftijd, kunnen leren. Het is dus een fabeltje om te denken dat bepaalde rassen niet trainbaar zijn of dat honden op volwassen leeftijd ook niets meer geleerd kan worden.  Hoe snel een hond leert is afhankelijk van bepaalde factoren zoals erfelijke aanleg, karakter van de hond, leeftijd en….. de eigenaar! Net als kinderen, leren jonge honden het snelst. Met een juiste begeleiding hebben ze nieuwe oefeningen vaak snel onder de knie. Is een hond ouder, dan heeft deze al heel wat leer- en levenservaringen in zijn leven opgedaan. Het aanleren van iets nieuws zal soms meer tijd in beslag nemen of beperkt worden door fysieke beperkingen.

Honden die gefokt zijn om zelfstandig te werken, zoals een Greyhound, Akita Inu of een Husky zijn minder bereid tot samenwerking met ons omdat zij in hun oorspronkelijke taak niet samenwerken met een mens. Met de juiste motivatie en een afgestemd trainingsplan zijn ook deze honden trainbaar. Het trainen met deze honden vergt meer inzet, creativiteit en uithoudingsvermogen van de baas maar ook van de instructeur die deze combinatie begeleid.

Overigens is het niet zo dat mensen met een makkelijk trainbare hond kunnen afwachten tot de hond doet wij willen. Elke hond heeft training nodig en die moet u als eigenaar hem geven. Een mooie bijkomstigheid voor honden van alle rassen; een hond die op jonge leeftijd vaak getraind is, zal op latere leeftijd ook makkelijker te trainen zijn.

‘Bange honden moet je negeren’

Lang werd gezegd dat een angstige hond genegeerd moet worden, omdat u anders het angstgedrag versterkt. Ondertussen leest men juist overal dat de hond wel gesteund mag worden, want onderzoek toont aan dat geruststellen de stress verlaagt. In het ontwikkelen van angst als emotie en angstgedrag spelen verschillende leerprocessen een rol. De kans dat angst(gedrag) beloond wordt door aaien, praten of voeren bij reeds angstige dieren is klein. De reactie van de eigenaar kan angstgedrag overigens wel versterken. Honden zijn sociale dieren en als u als eigenaar bang bent voor onweer en u zichzelf zenuwachtig en anders gedraagt, kan dat een onzekere hond wel angstiger maken. Dit noemen we sociaal leren;  dieren kunnen elkaars stemming overnemen en daardoor angst ontwikkelen.

Het totaal negeren van een angstige hond kan onverstandig zijn. Het wegvallen van steun zorgt voor meer stress en mogelijk een hond die wegloopt om zelf veiligheid te zoeken. Steun uw hond in een angstige situatie door een hand ter geruststelling op zijn lichaam te leggen, kriebel en praat zoals u normaal zou doen. Blijf zelf rustig en straal die rust uit naar uw hond. Dit zal de stress bij de hond verlagen. Deze steun zal de angst voor de situatie zelf niet oplossen. Angst is een negatieve emotie en leidt tot verminderd welzijn. Het blijft dus zinvol om actief aan de slag te gaan om de angst te verlagen. Een gedragstherapeut kan u hierbij helpen.

‘Neem de pup overal mee naar toe, dat is goed voor de socialisatie’

Socialisatie is ondertussen een bekende term bij hondenbezitters. Men is zich bewust dat dit een zeer belangrijke periode in een hondenleven is. Het is aan de eigenaar hoe de hond deze fase doorloopt vanaf het moment dat hij zijn nest verlaat. In deze gevoelige periode moet een pup wennen aan allerlei situaties (habituatie) en omgangsvormen leren met sociale prikkels zoals honden en mensen (dit is feitelijk socialisatie). Uw pup overal mee naar toenemen is niet altijd een goed idee. Jonge honden socialiseren is namelijk maatwerk. De pups dienen op een rustige wijze met allerlei prikkels in aanraking gebracht worden, herhaling is daarbij belangrijk. Ga niet gelijk de drukte op zoeken, maar bouw dit op en stem de situaties af op de gevoeligheid van de pup. De hond moet de prikkels kunnen verwerken en mag geen angst ervaren. Wanneer dat het geval is, moet de hond eerst andere leerervaringen opdoen voordat hij (eventueel) weer in dezelfde situatie wordt gebracht. In de socialisatieperiode leren pups namelijk ook welke situaties of sociale prikkels levenslang als ‘gevaarlijk’ gezien moeten worden. Aandachtspunten voor een goede socialisatie: doseer nieuwe prikkels en stem deze af op de gevoeligheid van de pup, voorkom ongewenst gedrag, beloon gewenst gedrag en buig ongewenst gedrag om naar gewenst gedrag.  De socialisatie van een gemiddelde Labrador pup zal anders verlopen dan een gemiddelde Sheltie pup vanwege de erfelijke basis van (angst)gedrag en mensgerichtheid.

‘Piep-speeltjes stimuleren agressie bij honden’

Piepspeeltjes kunnen irritant zijn voor ons als hondeneigenaar, maar veel honden vinden ze geweldig. Op sommige hondenscholen zijn ze verboden. Ze worden frequent afgeraden omdat ze agressie en het prooi-instinct bij honden zouden kunnen aanwakkeren. Deze stelling behoeft wat nuance. Veel andere speeltjes in de hondenwereld triggeren ook het prooi-instinct van honden waarbij ze achtervolgen, vangen en schudden. Er wordt verondersteld dat het piepgeluid een bang of gewond dier nabootst en het prooigedrag activeert. Onderzoek die aantoont dat honden die met piepertjes spelen grotere kans hebben om over te gaan op prooivangst met echte dieren ontbreekt. Er is ook geen bewijs dat honden door te spelen met piepspeeltjes niet meer goed afstemmen op andere honden waar ze mee spelen. Het is ook wel een grote stap om te denken dat een hond geen onderscheid kan maken tussen het geluid uit een piepspeeltje en het geluid van een soortgenoot waarmee hij een spelinteractie heeft. Piepspeeltjes kunnen voor sommige honden een interessante motivator zijn en voor andere honden teveel opwinding veroorzaken. Er wordt gewaarschuwd om honden niet alleen te laten met een speeltje zodat ze het piepertje niet doorslikken.  Een ander beschreven voordelen van een piepspeeltje; het activeert kauwen en kan hierdoor positieve effecten hebben op gebit en tandvlees.

Voorkom gebruik van ouderwetse overtuigingen bij uw hond

Als hondeneigenaar is het belangrijk dat u cursus volgt of hulp zoekt voor probleemgedrag bij een professional die opgeleid is en continue aan nascholing doet. Zo voorkomt u dat reeds achterhaalde overtuigingen in de opvoeding en (her)training op u en uw hond toegepast worden.

Marieke van der Burgt en Eline Teygeler