
Heeft mijn hond ADHD?
Onze Hond, oktober 2016
Hondeneigenaren zoeken steeds vaker contact met Tinley Gedragstherapie voor Dieren omdat hun hond heel druk is en volgens hun ADHD heeft. Maar wat is ADHD nu precies? En wat is het verschil met hyperactief en overactief? Hoe kan ik erachter komen of mijn hond hiermee belast is en wat zou ik er aan kunnen doen?
Wat is ADHD nu precies?
De term ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis. Ook wel hyperactief genoemd. Er is veel kennis verzameld over mensen en ADHD. Door de jaren heen is er ook veel ervaring opgedaan met de behandeling van ADHD, maar er is ook nog veel discussie. Wanneer we gaan kijken naar de informatie die er is over mensen, dan zijn er verschillende typerende kenmerken van ADHD. Denk hierbij aan impulsief reageren, onoplettendheid, het hebben van concentratieproblemen en het ervaren van aanhoudende rusteloosheid. Sommige mensen vertonen aanhoudende en langdurende motorische activiteiten. Daarnaast hebben veel mensen met ADHD problemen met leren. Bij honden is er in de literatuur in verhouding weinig te vinden over deze aandoening.
Onderscheid ADHD en overactieve hond
De bovenstaande kenmerken van ADHD kunnen worden ‘vertaald’ naar hondengedrag. Er is echter wel een duidelijk onderscheid tussen een hond met ADHD of een overactieve hond. Laten we eerst eens kijken naar de hyperactieve ADHD-hond. Hyperactieve honden reageren hyperalert op alle prikkels, zijn snel afgeleid, leren slecht en zijn niet moe te krijgen. Vaak ontstaat het gedrag al op jonge leeftijd. Sommige hyperactieve honden eten en drinken snel, en plassen en poepen vaak, soms met dunne ontlasting. Ze hebben een hoge hartslag en ademhaling en door hun actieve leven kunnen ze ondergewicht hebben. Tevens hebben ze een verstoord slaappatroon; ze slapen slecht en doen overdag slechts enkele ‘hazenslaapjes’.
Zogenaamde overactieve honden slapen in vergelijking met de ADHD-hond vaak wel goed. Ze hebben voldoende momenten waarop ze rustig slapen, zelfs als er tegelijkertijd onrust is in de omgeving. Overactieve honden zijn vaak honden die slecht zijn opgevoed en niet geleerd hebben welk gedrag de eigenaar van zijn hond verwacht. Vaak zijn dit honden die regelmatig gecorrigeerd zijn, spullen pikken of overmatig druk reageren wanneer bezoek binnenkomt. Dit type honden heeft vaak enorm veel baat bij een goede training of hulp van een gedragstherapeut. Voor deze honden is structuur, rust en duidelijkheid erg belangrijk. Daarnaast is het goed om de algemene gehoorzaamheid te verbeteren.
Helaas zien we ook een andere groep overactieve honden; honden die ‘door het huis stuiteren’ omdat ze te weinig lichamelijke en geestelijke uitdaging hebben. Honden hebben beweging en uitdaging nodig in hun leven, de één iets meer dan de andere, maar voor iedere hond geldt dat er een bepaalde basisbehoefte is. Kunt u als eigenaar niet voldoen aan deze basisbehoefte, dan zal de hond zijn energie op andere manieren uiten. Deze honden zijn vaak heel creatief in het zoeken naar bezigheden en hebben vaak geleerd dat ze door het drukke gedrag een reactie krijgen van de eigenaar. Die reactie is aandacht en werkt dus belonend voor de hond, waardoor de hond zijn gedrag blijft herhalen. Wanneer deze honden wel beweging en training krijgen, verdwijnen de klachten redelijk snel.
Genetische basis of ziekte?
Als het gaat om overactiviteit dan zijn er genetische verschillen. Iedere rashond is gefokt voor bepaalde kwaliteiten. Er is dus een enorm verschil in de activiteitenbehoefte per ras. Zo, zal een hond die gefokt is om een kudde te hoeden of een hond die erfelijk ‘belast’ is met waak- en verdedigingsdrift, vele uren aaneengesloten actief moeten kunnen zijn.
Ook zijn er bepaalde aandoeningen die tot overactief gedrag kunnen leiden. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een hond die een verhoogde schildklierwaarde heeft. Een te hoge schildklierwaarde kan leiden tot overactief gedrag en onrust. Ook zijn er voorbeelden van honden die overactief reageren wanneer ze irritatie ervaren door jeuk van bijvoorbeeld een voedselallergie of vlooien. Er zijn tot nu toe echter geen wetenschappelijke bewijzen gevonden dat voeding een rol speelt bij ADHD. Wanneer uw hond overactief is, is het in ieder geval belangrijk om uw hond goed na te laten kijken bij de dierenarts om eventuele lichamelijke oorzaken uit te sluiten.
Bij honden is er geen onderzoek gedaan naar ADHD. Bij mensen wel en daar blijken er afwijkingen te zijn in het dopamine- en serotoninesysteem in de hersenen. Ook is bekend dat de groei van bepaalde hersendelen en de activiteit in die hersendelen achterblijft ten opzichte van mensen zonder ADHD. Dit heeft vooral betrekking op de onderdelen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het nemen van beslissingen, plannen maken, sociaal gedrag en impulsbeheersing. De signalen om te stoppen of minderen met bepaald gedrag, komen niet door. Hierdoor gaan mensen met ADHD veel langer door met hun gedrag, terwijl mensen zonder ADHD allang gestopt zouden zijn. Bij een tweelingenonderzoek bij mensen blijkt ook dat ADHD een zware genetische basis heeft. Eerstegraadsfamilieleden van een ADHD-er hebben een vijf keer grotere kans op ADHD dan gemiddeld. Een familielid heeft een kans van 65 tot 90 procent om het ook te krijgen. Wanneer een hond verdacht wordt van ADHD is het dus waarschijnlijk verstandig om deze hond uit te sluiten voor de fok.
Heeft mijn hond ADHD?
Omdat er geen relevant onderzoek is naar ADHD bij de hond, begint de zoektocht bij een hyperactieve van ADHD verdachte hond dus bij het uitsluiten van andere oorzaken. Laat de hond onderzoeken bij de dierenarts en sluit lichamelijke aandoeningen uit.
Kijk eens kritisch naar het bewegingspatroon van uw hond en google eens op de ras- eigenschappen van uw hond. Bij twijfel gaat u uw hond gedurende twee weken meer uitdaging geven, zowel lichamelijk als geestelijk. Denk hierbij aan lange wandelingen, balspellen of fietsen. Zoekspelletjes zijn uitermate belangrijk voor een hyperactieve hond. Leer de hond hoe hij zijn speeltje kan zoeken. Geef het voer in een voerbal of strooi het voer uit op het tuinpad of in het gras.
Breng structuur, rust en duidelijkheid aan voor de hond. Leer hem wat hij wel en wat hij niet mag doen. Een goede oefening is om hem te leren om op commando naar de mand te gaan en te gaan liggen. Deze oefening kan later worden uitgebreid naar een (verplichte) rustoefening. Een gediplomeerde en ervaren gedragstherapeut kan u hierbij helpen.
Zelftest: Heeft mijn hond mogelijk ADHD?
Judith Vas uit Hongarije heeft samen met een aantal wetenschappers onderzoek gedaan naar ADHD. Er werd aan 220 eigenaren gevraagd welke specifieke gedragingen bij hun hond voorkwamen. Er deden aan dit onderzoek 69 verschillende rassen mee van verschillende leeftijden, zowel reuen als teven. Hieronder staat de in het Nederlands vertaalde versie van de vragenlijst. Wanneer uw hond hier meerdere keren ‘heel vaak’ scoort, dan is uw hond verdacht van ADHD.
Beantwoord onderstaande vragen met, nooit, soms, vaak of heel vaak
– Mijn hond leert moeilijk en is snel afgeleid
– Ik kan makkelijk zijn aandacht trekken, maar mijn hond verliest weer snel de aandacht.
– Mijn hond kan zich moeilijk concentreren op een taak of spel.
– Mijn hond loopt weg van de plek waar hij moet blijven.
– Mijn hond is constant in beweging, kan niet stilzitten.
– Ik kan mijn hond niet goed kalmeren.
– Mijn hond lijkt het niet in de gaten te hebben wanneer iemand tegen hem praat.
– Ik kan mijn hond moeilijk onder controle houden. Hij trekt veel aan de lijn.
– Mijn hond rent en speelt veel.
– Mijn hond kan makkelijke opdrachten uitvoeren, maar geen moeilijke, ook al heeft hij deze aangeleerd.
– Mijn hond is slordig en gejaagd in de uitvoering van de commando’s.
– Mijn hond is makkelijk af te leiden.
– Mijn hond kan niet wachten en heeft geen zelfcontrole.
Bron: J. Vas et al./ Applied Animal Behaviour Sience 103 (2007) 105-117. Measuring attention deficit and activity in dogs: A new application and validation of a human ADHD questionnaire